Wij zijn de vrijwilligers van de Japanse tuin in het Máximapark - - - werkochtend: twee zaterdagen per maand - - - van 9:00 - 12:00

Euonymus europaeus
Wilde kardinaalsmuts

De bladverliezende struik is 1,5–6 meter hoog en bloeit aan het begin van de zomer en vaak opnieuw in de nazomer. De twijgen zijn opvallend donkergroen van kleur en vaak kantig door vier kurklijsten. De takken en bladeren staan kruiswijs tegenover elkaar, waarbij de zijtakken een min of meer rechte hoek maken. De winterknoppen zijn bedekt. De bladeren verschijnen voor de bloemen en zijn lichter groen dan de takken. Meestal komen er in de vroege zomer nieuwe bladeren, het zogenoemde sint-janslot, een eigenschap die de struik in staat stelt snel te regenereren na te zijn aangetast door vraat van konijnen of larven van stippelmotten.
De bladeren zijn ca. 5 cm lang, langwerpig met een spitse top, een wigvormige voet en een ondiep gezaagde rand. In de herfst krijgen de bladeren een framboosrode kleur alvorens af te vallen. Uit de grond komen vaak waterloten, die sterk verkurkt zijn.
De bloemen zijn klein (doorsnede ca. 8 mm), met vier groene kelkblaadjes, vier afwisselend daarmee staande en langere witgroene vrije kroonblaadjes en vier voor de kelkblaadjes staande meeldraden. Gedurende de late zomer en de herfst worden de doosvruchten fel frambozenrood; daarna springen de vier hokken met overlangse spleten open en komt er uit elk hok één zaad aan een dunne draad te hangen. De zaden zijn wit, maar helemaal omgeven door een feloranje zaadhuid.
