Oenothera

Teunisbloem

De plant bloeit van eind juni tot midden november. De zaden van de meeste soorten rijpen van augustus tot oktober. De zaaddoos bevat circa 200 zaadjes waaruit een kostbare olie wordt gewonnen.

Het geslacht is verwant aan het wilgenroosje. Veel soorten zijn nachtbloeiers en hebben de gewoonte de bloemen ’s avonds in de schemering te openen. De knoppen ontvouwen zich in enkele minuten tot bloemen. De volgende dag verwelken ze, maar ’s avonds gaan weer nieuwe bloemen open, zo wekenlang. Ze worden door nachtactieve insecten bestoven.

De meeste soorten komen nog steeds voor in hun oorspronkelijke verspreidingsgebied in Midden- en Noord-Amerika. Van de in Europa ingevoerde soorten loopt de noordgrens van hun verspreidingsgebied tot in Finland. De teunisbloem wordt beschouwd als ‘ingeburgerd’. In de natuur zijn het vaak de eerste planten die nieuwe grond koloniseren.