Acer palmatum Atropurpureum

Japanse esdoorn

Japanse esdoorns zijn langzaam groeiende struiken of kleine meerstammige bomen. Acer palmatum kan met zijn waaiervormige kroon 10 m hoog worden, terwijl Acer palmatum ‘Crimson Queen’ 3 m bereikt. De schors en takken van de boom zijn grijs tot grijsbruin en glad. De bladeren zijn dubbel gezaagd en vijf- tot negenlobbig, soms diep ingesneden en in het najaar oranjerood of paarsrood. Van sommige soorten zijn de bladeren paarsrood en blijven dat de hele zomer. Zij kleuren in de herfst felrood. De bloemen zijn hangende, gesteelde, paarsrode tuilen, die in april/juni verschijnen. De vruchten zijn gevleugelde noten. De vruchtvleugels vormen een stompe hoek.

De Japanse esdoorn verlangt een vochthoudende maar doorlatende grond die bij voorkeur rijk aan humus is en licht zuur. Het liefst krijgen zij gefilterd licht door de bladeren van een grotere loofboom. Vooral de roodbladige soorten kunnen bruine bladranden krijgen door verbranding in de volle zon. Vlak na het uitlopen van de bladeren zijn ze vatbaar voor late vorst en een enigszins beschutte standplaats is daarom aan te bevelen. Men snoeit de esdoorn bij voorkeur niet, maar indien nodig zeker niet van februari tot juni: vanwege een sterke sapstroom in het voorjaar zou het boompje dood “bloeden”. De Japanse esdoorn is onmisbaar in de Japanse tuin.