Wij zijn de vrijwilligers van de Japanse tuin in het Máximapark - - - werkochtend: twee zaterdagen per maand - - - van 9:00 - 12:00
Stratiotes aloides
Krabbenscheer
Krabbenscheer (Stratiotes aloides) is een plant uit de waterkaardefamilie (Hydrocharitaceae). Het is een waterplant waarvan de getande, zwaardvormige bladeren boven het water uitsteken. Hieraan is ook de geslachtsnaam te danken, want Stratiotes is Oudgrieks voor ‘soldaat’.
In Nederland staat hij op de Rode Lijst van planten als algemeen voorkomend maar sterk afgenomen. We zijn er daarom zuinig op in de Japanse tuin. De plant komt er vooral voor in sloten en moerassen in het laagveengebied.
De plant wordt 15-40 cm hoog en zit deels onder water. Het zijn drijvende planten met een bladrozet. De 15-50 cm lange, lijnvormige bladeren zijn stekelig getand.
Krabbenscheer bloeit van mei tot juli met witte bloemen, die boven het water uitsteken. Bij mannelijke planten zitten de bloemen met drie tot zes bij elkaar in een bloeischede, maar er bloeit altijd maar een van die bloemen tegelijk. De mannelijke bloem heeft ongeveer twaalf vruchtbare meeldraden en vijftien tot dertig onvruchtbare, die tot honingklieren zijn omgevormd. Bij vrouwelijke planten is er per bloeischede één, vrijwel zittende bloem aanwezig. De eivormige vrucht is zeskantig en wordt tot 3,5 cm lang.
De plant kent een unieke cyclus door het jaar heen: in de winter verblijven planten op de bodem van de wateren waarin zij groeien. In het voorjaar, wanneer de fotosynthese weer op gang komt, vormt de plant nieuwe bladeren, met cellen die met gas gevuld zijn, waardoor het drijfvermogen van de plant toeneemt en hij naar de oppervlakte omhoog komt. Alleen drijvende planten, met boven het water uitstekende bladeren, kunnen bloeien. In het najaar vullen de cellen zich weer met water en zinkt de plant naar de bodem. Krabbenscheer vervult een belangrijke functie bij het verlandingsproces in wateren in het laagveengebied