Wij zijn de vrijwilligers van de Japanse tuin in het Máximapark - - - werkochtend: twee zaterdagen per maand - - - van 9:00 - 12:00
Lumbricidae
Regenworm
Regenwormen hebben door het graven van tunnels en het afbreken van plantaardig materiaal een grote invloed op de bodemstructuur. Ze kunnen in lengte variëren van enkele centimeters tot decimeters.
Bij het trillen van de bodem kruipen de regenwormen uit de grond, dit kan door de loopbewegingen van dieren worden veroorzaakt of door menselijk handelen zoals met behulp van een stok of greep. Onder natuurlijke omstandigheden komen regenwormen boven door graafbewegingen van mollen. Regenwormen komen ook bovengronds bij regenachtig weer om te paren, ze zijn verder vooral ’s nachts actief. In de winter kruipen ze dieper de grond in en gaan in een soort winterslaap of diapause. Sommige gewervelde dieren zijn sterk afhankelijk van de regenworm omdat ze een belangrijke voedselbron vormen, voorbeelden zijn de mol en de merel.
Regenwormen zijn belangrijke bodembewoners, die met hun gangen ervoor zorgen dat de bodem luchtig blijft. In Nederland en België komen 22 soorten voor, met als bekendste soort de grote blauwkopworm (Lumbricus terrestris). Regenwormen hebben een sterk vertakt bloedvatensysteem, waarmee de door hun huid opgenomen zuurstof en uit hun darm opgenomen voedingsstoffen worden getransporteerd. Om het bloed goed te kunnen rondpompen hebben regenwormen meerdere laterale harten. Het aantal varieert per regenworm, Lumbricus terrestris heeft er tien!